4 manieren waarop Blendle de journalistiek in Nederland probeert te helpen. Nummer 2 zal je ontroeren en verbazen.
Onderzoek, data, geld en waardeperceptie
Onderzoek
Bij Blendle schrijven we al bijna drie jaar lang honderden artikelaanbevelingen per week. Dag in, dag uit proberen we papieren kranten- en tijdschriftkoppen om te zetten in headlines die werken op internet. Koppen waarop mensen willen klikken, in plaats van voorbij scrollen. Met één belangrijk doel: ervoor zorgen dat de potentiële doelgroep van elk artikel geoptimaliseerd wordt.
Bijvoorbeeld. Bij een artikel met de kop “In de geschiedenis zijn meer dingen wel gelukt dan niet” schreef Blendle deze aanbeveling: “Van scholier met een idee groeide Boyan (21) uit tot topman van een miljoenenbedrijf”. En de krantenkop “Een held denkt niet, die doet” werd “Waarom twee Nederlandse mariniers hoge onderscheidingen kregen voor uitzonderlijke moed”. De geoptimaliseerde aanbevelingen trokken veel meer lezers naar beide artikelen.
Een Blendle-aanbeveling bevat gemiddeld twee keer zoveel tekens en twee keer zoveel woorden. Daarnaast gebruiken we bijna vijf (!) keer meer buzzwords (deze, dit, waarom, hoe) en twee keer zoveel persoonlijke voornaamwoorden (jij, wij).
We hebben in de afgelopen jaren veel dingen geleerd. Laten we eerlijk zijn, het grootste deel door trial and error. Aanbevelingen schrijven komt met een flinke dosis gevoel. Toch zijn die gevoelens steeds meer gebaseerd op data. De lessen die we daaruit trekken delen we met uitgevers via rapportages en lezingen. Die lessen zijn namelijk niet alleen interessant voor de krant, maar ook heel waardevol voor journalisten: elke journalist wil immers verhalen maken die gelezen worden.
Recentelijk publiceerden medewerkers van Blendle zelfs hun eerste wetenschappelijke onderzoek, samen met de Universiteit van Amsterdam, naar de invloed van koppen in het nieuws.
Het is zeer serieus onderzoek en het bevat dit soort paragrafen:
Het onderzoek van Blendle en de UvA kun je hier downloaden.
Onze data scientists concludeerden op basis van statistisch onderzoek bijvoorbeeld dat lange woorden, vraagtekens en aanhalingstekens karakteristieken zijn van een kop die negatieve gevolgen hebben op de click through rate. Signaalwoorden, voornaamwoorden en negatief of positief geladen woorden hebben een positief gevolg op de click through rate. De verschillen kunnen best groot zijn. Zo scoren zogenaamde “full quote koppen” (een citaat uit het stuk dat tot kop verworden is) 17% slechter. Koppen waarin voornaamwoorden staan (jij je wij we) hebben een click through rate die 25% hoger ligt. En koppen die eindigen met een vraagteken scoren 17% slechter.
Dit soort kennis helpt ons bij het vergroten van de doelgroep van elk artikel, en al onze software is gebouwd rondom dat idee.
Hoe lang is een perfecte intro? 40 woorden, 20 woorden of 2 woorden? En maakt het uit of het verhaal waar de intro bij hoort lang of kort is, uit de Volkskrant of De Telegraaf komt, of het een duur of goedkoop artikel is? De data scientists en redacteuren zijn continu lessen aan het uitwisselen.
En ze houden elkaar scherp: we kwamen er een tijdje geleden bijvoorbeeld achter dat we de neiging hebben om langere aanbevelingen te schrijven bij langere artikelen. Maar door meer dan 8000 intro’s te bekijken, zijn we erachter gekomen: hoe korter de intro, hoe meer mensen geneigd zijn om het stuk te kopen.
Dit soort rapporten en andere lessen delen we met uitgevers zodat we samen kunnen leren over hoe je kwaliteitsjournalistiek een zo groot mogelijk publiek geeft.
Data
Uitgevers die bij Blendle aangesloten zijn hebben toegang tot de Blendle Portal. Dat is een soort Google Analytics voor journalistiek. In de papieren krant heb je geen flauw idee hoe vaak je stukken gelezen worden, maar via de Portal krijgen uitgevers inzicht in exact die informatie. Niet alleen kan per artikel bekeken worden hoe vaak het gelezen is (en dus hoeveel er is omgezet), maar bijvoorbeeld ook waar de lezers ongeveer vandaan komen. Of ze veelal man of vrouw zijn, en ongeveer hoe oud. Data is natuurlijk niet tot personen te herleiden (we hebben een strenge privacy policy) maar het geeft journalisten wel nieuwe inzichten in hun lezers.
Gebruikers die een stuk lazen dat ze niet leuk vonden kunnen hun geld terugvragen. We checken altijd bij die gebruikers waarom ze een stuk niet leuk vonden. Die redenen geven we terug aan de uitgevers. Soms zit er interessante feedback tussen die de auteur kan helpen, soms zijn de redenen erg… exotisch. Maar de overkoepelende cijfers geven een goed beeld van de tevredenheid van lezers nadat ze een stuk hebben gelezen.
Lalala GELD
Er worden elke dag ongelofelijk veel goede stukken gepubliceerd. Honderdduizenden Nederlanders hebben een abonnement op NRC, Elsevier, de Volkskrant, Vrij Nederland, de Telegraaf en talloze andere prachttitels. Toch zijn er nog steeds véél meer Nederlanders die niet betalen voor journalistiek.
Hoewel veel (vooral jonge) mensen zonder gemor betalen voor Netflix, hebben veel mensen geen 15 euro per maand over voor een individuele krant. We zijn Blendle ooit begonnen omdat we denken dat de groep mensen die bereid is om te betalen voor journalistiek veel groter is dan de groep die dat op dit moment doet, of dat ooit zal doen bij een individuele krant. Vooral onder jonge mensen valt nog héél veel te halen.
We moeten wel realistisch zijn: er gaan altijd mensen zijn die nooit zullen betalen voor journalistiek. Die groep heeft genoeg aan NU.nl en de NOS. Er zijn ook mensen die zó fan zijn van één krant of tijdschrift dat ze een abonnement op die titel nemen. Blendle opereert tussen deze twee groepen: daar zit namelijk een grote club mensen die niet loyaal is aan één krantenmerk, maar wel bereid is om wat te betalen voor kwaliteitsjournalistiek. Die mensen proberen we te grijpen.
Lezers die wel willen betalen maar géén abonnement willen kunnen betalen per artikel via Blendle. En sinds kort kunnen fans van Blendle’s curatie (via onze nieuwsbrieven, apps en algoritmes) ook een vast bedrag per maand betalen voor een persoonlijke selectie van het belangrijkste uit de kranten en tijdschriften via Blendle Premium. Zo maken we de groep mensen die betaalt voor journalistiek nóg groter.
Betalen per artikel, betalen voor een selectie en betalen voor de hele krant: ze vullen elkaar aan en het één zal het ander niet overnemen. Zoals Geert Mak laatst zei in de krant over de opkomst van ebooks:
“Het is net als bij de magnetron. Toen die kwam verschenen er kookboeken met kerstmaaltijden voor de magnetron. Dat zijn we niet gaan doen. De magnetron heeft gewoon z’n plek in de keuken gevonden en de meeste mensen gebruiken hem om iets op te warmen. Dit nieuwe model is onbekend terrein. We moeten het even aanzien.”
Nu we een paar jaar bezig zijn kunnen we de balans opmaken: (de in het begin gevreesde) kannibalisatie bleef uit en méér mensen zijn gaan betalen. Alleen vorig jaar al hebben we miljoenen euro’s kunnen overmaken naar uitgevers. Je kunt daarmee niet de daling van de advertentieinkomsten compenseren, maar het is een fijne extra inkomstenbron om meer journalisten van aan het werk te houden.
Waardeperceptie van journalistiek vergroten
Een gemiddelde 25 jarige kan tegenwoordig kiezen voor de icoontjes van Snapchat, Instagram, Facebook en talloze andere apps op de smartphone die helemaal kapotgeoptimaliseerd zijn voor engagement. Het is moeilijker dan ooit om de aandacht te grijpen op een mobiele telefoon, en het is moeilijker dan ooit om mensen te overtuigen van het idee dat kwaliteitsjournalistiek geld waard is.
Met de uitgevers zorgen we ervoor dat we mensen al op jonge leeftijd in aanraking brengen met kwaliteitsjournalistiek. Samen met Nieuws in de Klas en alle Nederlandse uitgevers maken we sinds kort bijvoorbeeld kranten en tijdschriften gratis beschikbaar op scholen voor kinderen en jongeren.
Maar belangrijker: we werken er met 75 man hard aan om een app te maken die nét zo lekker werkt als Snapchat of Instagram, maar dan voor journalistiek.
Journalistiek zit verankerd in de kern van de mens. Iedereen wil weten wat er gebeurt in de wereld. En niemand wil goede dingen missen. Dat zit fundamenteel in ons allemaal. We werken er hard aan om journalistiek net zo lekker te maken als Snapchat of Instagram. Door continu lessen te leren, met veel energie, met vallen en opstaan — over wat werkt, en wat niet werkt. We vinden het geweldig om dat met de beste journalisten en uitgevers van het land te kunnen doen. En we kunnen niet wachten om te laten zien wat we voor 2017 in petto hebben.